naar hoofdtekst gaan

Items instellen voor scannen met het bedieningspaneel

U kunt de scaninstellingen, zoals scanformaat, resolutie of gegevensindeling, wijzigen.

Gebruik de knop LINKSRECHTS om een instellingsitem te selecteren en druk vervolgens op de knop OK.

Gebruik de knop LINKSRECHTS om een instellingsitem aan te passen en druk op de knop OK. Het volgende instellingsitem wordt weergegeven.

Opmerking

  • Een (sterretje) op het LCD geeft de huidige instelling aan.

  • De scaninstelling kan in de volgende omstandigheden niet worden opgegeven:

    • Als Automatische scan (Auto scan) is geselecteerd voor Documenttype (Document type) om de gescande gegevens door te sturen naar de computer
    • Wanneer u de gescande gegevens doorstuurt naar de computer via WSD (een van de netwerkprotocollen die in Windows worden ondersteund)
  • Sommige instellingen kunnen niet worden opgegeven in combinatie met de instelling van andere instellingen, het documenttype of de bestemming om de gegevens op te slaan.

  • De instellingen voor scanformaat, resolutie en gegevensindeling blijven behouden, ook als de printer wordt uitgeschakeld.

  • Wanneer u de gescande gegevens naar de computer doorstuurt of aan een e-mailbericht toevoegt, kunt u de bestemming en de bestandsnaam opgeven met Canon IJ Scan Utility (Windows)/Canon IJ Scan Utility Lite (macOS).

  • Als u originelen scant vanaf de computer, kunt u scannen met geavanceerde instellingen. Voor meer informatie over scannen vanaf de computer:

  • Scanformaat (Scan size)

    Selecteer het formaat van het origineel.

    Als u Auto scan(A) -Enkel (Auto scan(A) -Singl) selecteert, detecteert de printer automatisch het paginaformaat en wordt het scannen gestart.

    Als u Auto scan(A) -Multi selecteert om de gegevens op de computer op te slaan, kunt u meerdere originelen tegelijk scannen.

    Opmerking

    • Als u Legal selecteert, plaatst u het origineel in de ADF.

    • Wanneer KG, 4"x6", 10x15, 5"x7", 13x18 of Auto scan(A) -Enkel (Auto scan(A) -Singl) is geselecteerd, plaatst u het origineel op de glasplaat.

    • Sommige instellingen zijn niet beschikbaar; dit is afhankelijk van het land of de regio van aankoop.

  • Gegevensindeling (Data format)

    Selecteer de gegevensindeling van de gescande gegevens.

  • Scanresolutie (Scan resolution)

    Selecteer de resolutie voor scannen.

  • ADF-afdrukstand (ADF orientation)

    Selecteer de stand van het originele document.

    Dit item is niet beschikbaar als Foto (Photo) is geselecteerd voor Documenttype (Document type).

  • Doorz. verminderen (Reduce show-thru) (Doorschijnendheid beperken)

    Tekens op de achterkant kunnen doorschijnen als u een dun document zoals een krant scant. Selecteer AAN (ON) als tekens lijken door te schijnen in het gescande document.

    Dit item is niet beschikbaar als Foto (Photo) is geselecteerd voor Documenttype (Document type).

  • Onteffenen (Descreen)

    Een afdruk bestaat uit minuscule punten die samen tekens of afbeeldingen vormen. Als de punten elkaar verstoren, kan dit ongelijkmatige schaduwen of een streeppatroon veroorzaken. Selecteer AAN (ON) als u ongelijkmatige schaduwen of een streeppatroon waarneemt op de gescande afbeelding.

    Dit item is niet beschikbaar als Foto (Photo) is geselecteerd voor Documenttype (Document type).

    Opmerking

    • Zelfs als AAN (ON) is geselecteerd voor deze instelling, wordt dit effect mogelijk niet helemaal verwijderd als Onscherp masker (Unsharp mask) is ingesteld op AAN (ON). In dat geval selecteert u UIT (OFF) bij Onscherp masker (Unsharp mask).

  • Onscherp masker (Unsharp mask)

    De contouren van kleine tekens of dunne voorwerpen, zoals een haar of bladeren op een foto, kunnen worden benadrukt. Selecteer AAN (ON) als u de contouren van de gescande gegevens wilt benadrukken.

    Belangrijk

    • In macOS werkt de functie Onscherp masker niet, zelfs als u AAN (ON) selecteert.